Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide hij: Stel het nabij mij, dat ik van het [30]wildbraad mijns zoons ete, opdat mijn ziel u zegene. En hij stelde het nabij hem, en hij at; hij bracht hem ook wijn, en hij dronk. 30. Te weten, wat gij voor mij gevangen en toebereid hebt.